De hedendaagse westerse mens worstelt met een drievoudige crisis. Is onze wereld een betere plaats geworden sinds de rede haar leidt? Waar moeten we heen met onze emoties onder dit kille leiderschap? En wat met onze fundamentele zijns- en zinvragen nu de religie het antwoord hierop niet meer biedt?
Om deze crisis te overwinnen, moeten we onze eurocentrisme verlaten voor een mondiaal bewustzijn. Dit boek is een pleidooi om onze westerse, Griekse filosofie te verruimen en te verrijken met oosterse tradities zoals het taoïsme, confucianisme, zen en boeddhisme. De comparatieve filosofie streeft ernaar deze uit elkaar gedreven grote filosofische systemen te integreren in een mondiale filosofie. Deze Grote Filosofie boort doorheen de oppervlaktestructuur naar de diepste kern van het Zijn en de religie, de Mystiek. Ze laat ons voorbij de 'naam van de roos', weer genieten van de 'geur van de roos'